Home  ›  

Rijprocedure AUto | Voorbereidingshandelingen/rijklaar maken

Het rijklaar maken van het voertuig voordat er aan het verkeer wordt deelgenomen houdt in dat verschillende dingen moeten worden af - en ingesteld op de juiste wijze.

  1. Zithouding (stoel goed afstellen)
  2. Spiegelafstelling
  3. Autogordel
  4. Starten van de motor
  5. Afzetten van de motor

Zithouding

  • Hoogte van de stoel: De stoel is in hoogte verstelbaar. De juiste hoogte houdt in dat je op ooghoogte door het midden van de voorruit kunt kijken.
  • Afstand t.o.v. de pedalen: Bij ingetrapt koppelingspedaal linkerbeen licht gebogen.
  • Rugleuning: Bij handen bovenop het stuur geplaatst moet de rug goed contact hebben met de rugleuning. In bepaalde gevallen is het handig om het stuur te verstellen.
  • Hoofdsteun: Gelijk met bovenkant hoofd.

NB Een juiste zithouding maakt het makkelijker de pedalen te doseren, zorgt er voor dat je de auto beter aanvoelt en zorgt voor beter overzicht. Een juiste zithouding is de basis van het autorijden.

Spiegelafstelling

  • Binnenspiegel: de gehele achterruit moet bij normale zithouding zichtbaar zijn.
  • Buitenspiegel: de deurgreep van de achterdeur moet net zichtbaar zijn zodat er niets meer van de zijkant van de auto wordt gezien. De deurgreep iets onder het midden van de spiegel plaatsten.

Gebruik van de autogordels

  • Worden strak tegen het lichaam gedragen ten behoeve van de optimale veiligheid .
  • Hulpmiddelen om zo min mogelijk hinder te ondervinden van de gordel zijn STERK af te raden.

Starten van de motor

  • Controle ingeschakelde handrem (parkeerrem)
  • Versnelling neutraal
  • Koppelingspedaal ingetrapt
  • Motor op contact en starten zodra de eerste controlelampjes uit zijn (motormanagement)
  • Controle remdruk (rempedaal intrappen)

Daarna VERLICHTING AAN (niet de automatische stand omdat deze bij regen niet op dimlicht springt en het achterlicht samen met het daglicht niet brandt. Daarbij moet dit een automatisme worden omdat niet alle auto’s automatische verlichting hebben).

  • Juiste versnelling inschakelen
  • Daarna handrem (parkeerrem) eraf

Afzetten van de motor

  • Handrem (parkeerrem) inschakelen
  • In de neutraal schakelen
  • Verlichting uit (en eventuele andere stroomverbruikers)
  • Motor afzetten

 

Betekenis van de scores:

Je instructeur geeft je een score van 1 tm 8. Hoe hoger de score, hoe zelfstandiger je een bepaald onderdeel beheerst. Kijk op deze pagina als je precies wil weten wat de vorderingen betekenen.


‹ Ga terug naar meest gestelde vragen



Heeft dit antwoord jou niet geholpen? Of heb je een andere vraag? Neem contact met ons op!


Telefoon

Particuliere opleidingen: 050 31 31 330
Beroepsopleidingen: 050 311 58 44

Contactformulier

Vul het contactformulier in en wij nemen binnen 24 uur contact met je op!

Stel uw vraag

© 2021 Oosterpoort Opleidingen | Disclaimer | Algemene voorwaarden | Privacyverklaring | Cookies

Website door Mint