RIJPROCEDURE BROMFIETS | Inhalen en voorbijgaan

Inhalen gebeurt door weggebruikers onderling. Obstakels worden niet ingehaald, maar voorbijgegaan.

Onder obstakels worden onder andere verstaan:

• •geparkeerde voertuigen;
• •op de rijbaan aanwezige containers, afzettingsmiddelen;
• •andere voorwerpen die niet aan het verkeer deelnemen.

Haal alleen in als dit verantwoord is om te doen en je voldoende ver vooruit kunt kijken, zonder jezelf en andere weggebruikers te hinderen of in gevaar te brengen.

Ga nooit te dicht langs een ander voertuig of verkeersdeelnemer.

Zorg altijd voor voldoende zijdelingse afstand (ruimtekussen). Wanneer iemand een autoportier opent moet je daardoor niet in gevaar gebracht worden. Ook wanneer je fietsers inhaalt is het ruimtekussen belangrijk. Fietsers kunnen makkelijk gaan slingeren of plotseling uitwijken.

Zorg ervoor bij het inhalen van een voertuig dat de in te halen bestuurder je als bromfietser tijdig kan opmerken.

Dit kan door bijvoorbeeld:

• •tijdig de juiste positie op de rijbaan in te nemen
• •via de spiegel oogcontact te zoeken met de in te halen bestuurder
• •tijdig de eigen rijstrook verlaten
• •niet in de ‘dode’ hoek blijven rijden.

Kijkgedrag voordat je de richtingaanwijzer aanzet bij het links inhalen:

Eerst in de linker spiegel en langs je linker schouder (de dode hoek).  Bij het teruggaan naar je eigen positie, voordat je de richtingaanwijzer aanzet in de rechter spiegel en langs je rechter schouder (de dode hoek). 

Kijkgedrag voordat je de richtingaanwijzer aanzet bij het rechts inhalen:

Eerst in de rechter spiegel en langs je rechter schouder (de dode hoek). Bij het teruggaan naar je eigen positie, voordat je de richtingaanwijzer aanzet in de linker spiegel en langs je linker schouder (de dode hoek).

Betekenis van de scores:

Je instructeur geeft je een score van 1 tm 8. Hoe hoger de score, hoe zelfstandiger je een bepaald onderdeel beheerst. Kijk op deze pagina als je precies wil weten wat de vorderingen betekenen.