Rijprocedure Auto | Opschakelen

Wanneer je de snelheid wil verhogen  zal je meestal moeten opschakelen naar een hogere versnelling. Om te kunnen opschakelen  moet je het koppelingspedaal geheel intrappen en het gas los laten om daarna de juiste versnelling te kunnen kiezen. Na het schakelen laat je het koppelingspedaal weer rustig opkomen en geef je gelijktijdig weer een beetje gas.

Het moment van opschakelen, onder normale omstandigheden, ligt rond de 2000 toeren (milieubewust rijden).

Het voordeel van rijden met een laag toerental is dat je minder brandstof verbruikt en daardoor is er minder uitstoot. Een nadeel kan zijn dat rijden met een laag toerental zorgt voor minder trekkracht van de motor. In situaties waarbij het vereist is snel op snelheid te komen, bijvoorbeeld bij het invoegen op de autosnelweg, kun je opschakelen bij een hoger toerental. Gemiddeld ligt dit tussen de 3000 en 4500 toeren. Dat je met dit hoger toerental meer brandstof verbruikt  is ondergeschikt aan de veiligheid.

Uiteindelijk zal je op gehoor kunnen opschakelen maar zolang dat nog niet lukt, kun je bovenstaande methode toepassen.

NB Wanneer van de 1^e naar de 2^e versnelling wordt opgeschakeld dient dit in één beweging te gebeuren en niet via de neutraalstand. Dit geldt ook voor het opschakelen van de 5^e naar de 6^e versnelling.

Betekenis van de scores:

Je instructeur geeft je een score van 1 tm 8. Hoe hoger de score, hoe zelfstandiger je een bepaald onderdeel beheerst. Kijk op deze pagina als je precies wil weten wat de vorderingen betekenen.